Advies over de mogelijkheden tot hervorming van het sociaal tarief

In haar advies (A)2530 analyseert de CREG, op vraag van de minister van Energie, sommige mogelijkheden met het oog op de hervorming van het sociaal tarief om de doeltreffendheid van dit mechanisme als bescherming van de kwetsbare consumenten te verbeteren. Indien van toepassing, worden de mogelijke gevolgen voor de staatsbegroting vermeld.

Het advies is onder meer gebaseerd op verschillende aanbevelingen van het Platform tegen energiearmoede, gecoördineerd door de Koning Boudewijnstichting, die op 1 oktober 2021 werden gepubliceerd en in maart 2023 werden geactualiseerd.

De CREG beveelt onder andere aan om de afbakening van de rechthebbenden te herzien en om een criterium op basis van het inkomen in te voeren dat de huidige toekenningscondities van het sociaal tarief verder aanvult, namelijk het plafond dat wordt gehanteerd voor de begunstigden van het recht op verhoogde tegemoetkoming (“BVT”) klanten met dit statuut op basis van het inkomen. De bedoeling is om de toekenning van het sociale tarief te richten op de huishoudens die het meest zijn blootgesteld aan de inflatie en het risico van energiearmoede en tegelijkertijd de kosten van de maatregel voor de staatsbegroting te beperken. Daarom wordt er voorgesteld een inkomensplafond vast te stellen als aanvullend criterium waaraan moet worden voldaan om voor het sociale tarief in aanmerking te komen.

De CREG onderzoekt ook verschillende pistes om zich te richten tot kwetsbare groepen van personen die momenteel niet van het sociaal tarief genieten door operationele redenen. Het gaat bijvoorbeeld over beschermde klanten die aangesloten zijn op een collectieve verwarmingsketel in een privégebouw of over gevallen die niet onder de huidige categorieën van rechthebbenden vallen, zoals opvangcentra voor daklozen of precaire bezettingen.

De CREG onderzoekt ook manieren om de kosten van de toepassing van het sociaal tarief voor de overheidsbegroting te beperken. Dit betreft namelijk de toepassing van het sociaal tarief op een beperkt verbruiksvolume, de beperking van het sociaal tarief tot de energiecomponent, de beperking van de energiecomponent van het sociaal tarief op een niveau dat X% lager ligt dan het goedkoopste commerciële tarief, de energiecheque of de herziening van het huidige plafonneringsmechanisme.

Ten slotte worden maatregelen voorgesteld betreffende de terugbetaling van de kosten voor de toepassing van het sociaal tarief door de energieleveranciers.